Jarenlang heeft Nederland geprofiteerd van de aardgaswinning in Groningen. Dat met die winning nogal negatieve neveneffecten gepaard gaan, moge duidelijk zijn. Groningen trilt op haar grondvesten als gevolg van aardbevingen. En dan nu, eindelijk na jaren van soebatten, heeft de Tweede Kamer besloten tot een parlementaire enquête, het zwaarste onderzoeksinstrument dat het parlement ter beschikking staat. De kernvraag: hoe is de overheid omgegaan met de veiligheidsrisico’s van de gaswinning?
In Binnenlands Bestuur (5 mrt 2019) valt te lezen:
Overheid sloot ogen
De overheid sloot jarenlang de ogen voor de risico’s die kleven aan de gaswinning. Die veroorzaakte tal van aardbevingen in het winningsgebied, waardoor duizenden huizen en andere gebouwen beschadigd raakten. Pas vorig jaar besloot het kabinet op termijn helemaal te stoppen met het oppompen van gas in Groningen.
Andere brandstoffen
Hoe kom ik hier nu zo op als lector Transportveiligheid? Dat zal ik hieronder kort uitleggen. De verklaring zit in de link met het woord ‘energietransitie’. Ten eerste was de gaswinning zelf een halve eeuw geleden een grote energietransitie voor Nederland, die gepaard ging met miljardeninvesteringen en aanpassingen van de energievoorziening in onze huizen. Ten tweede, ter voorkoming van aardbevingen en omwille van het klimaat en duurzaamheid, willen we in Nederland minder fossiele brandstoffen (en derhalve ook minder aardgas) gaan gebruiken voor onze energievraag voor gebouwen en transport. Als alternatief willen we meer gebruik gaan maken van minder vervuilende en herbruikbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie, waterstof, biomassa, geothermie, …
Risico’s voor transportsector
En dan kom ik tot mijn punt: we gaan (veertig jaar na dato van gaswinning) eenzelfde periode in van grootschalige energietransitie. Beide energietransities hebben grote veiligheidsconsequenties. Mij valt in ieder geval op hoe weinig aandacht zowel de rijksoverheid als het bedrijfsleven schenkt aan de veiligheidsaspecten van de energietransitie zoals die zich thans voltrekt. Hoe blus je branden in parkeergarages waarin auto’s staan die aangedreven worden op elektriciteit, waterstof, benzine, die ondertussen opgeladen worden aan de hand van laadinfra zeven verdiepingen ondergronds? En hoe ga je om met het bulkvervoer van LNG, waterstof, CO2 in bijvoorbeeld tunnels? En wat betekent dat voor je risicobenadering en veiligheidsbeschouwingen?*
Geen volwaardig veiligheidshoofdstuk
Dit zijn zo enkele vragen die in mij opkomen, die al tig keer ter sprake zijn gebracht, maar die nog steeds niet hebben geleid tot een volwaardig veiligheidshoofdstuk in beleidsdocumenten rondom de energietransitie. Ik voorzie dat we, als we op deze manier doorgaan met de energietransitie – in tegenstelling tot bij de aardbevingen in Groningen – daadwerkelijk met dodelijke slachtoffers te maken gaan krijgen. Dan kan een volgende parlementaire enquête zomaar eens ingezet worden, waarbij de kernvraag luidt: hoe is de overheid omgegaan met de veiligheidsrisico’s van de energietransitie?
* Naast de veiligheidsvraagstukken en risico’s in de transportsector kent de energietransitie dito grote uitdagingen bij gebouwen (zonnepanelen, energieopslag, luchtdichte woningschillen, waterstof voor de verwarming van woningen, et cetera).
Nils Rosmuller is lector Transportveiligheid bij het IFV
Deze blog is eerder gepubliceerd op Gevaarlijke Lading. Lees meer over veiligheid bij (weg)transport op Sdu HSE of vraag een gratis demo aan.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.