Iedere maand licht de redactie een onderdeel uit van de website Sdu HSE. Sdu HSE is het platform voor professionals en bedrijven die gezond, veilig en duurzaam willen werken en produceren. Het platform bevat naast de Arbo-Informatiebladen en Safety! magazine artikelen ook practice notes met verdiepingen, tools, jurisprudentie en wetgeving en commentaar. Deze maand in HSE Uitgelicht het Safety! artikel:
Voorsorteren op circulaire economie, duurzaam werken en produceren bij Ballast Nedam.
Bouwbedrijf Ballast Nedam vindt niet zozeer duurzame projecten belangrijk als wel een duurzame bedrijfsvoering. Hiermee verwacht het bedrijf bij ieder project te kunnen bijdragen aan de zeventien doelen voor duurzaamheid van de Verenigde Naties, opgesteld in 2015 voor het bereiken van een betere wereld in 2030. Dit komt bij het bedrijf onder andere tot uiting in meer aandacht voor veiligheid op het werk, verantwoord omgaan met bouwmaterialen en inzetten van secundaire materialen. Gerry Havekotte en Patrick Ballast leggen uit hoe dat werkt.
Vijf thema’s
Ballast Nedam heeft de 17 VN-doelen voor duurzaamheid vertaald in vijf thema’s. Deze sluiten ook aan bij de IFC Performance Standards van de Wereldbank en de richtlijnen van de OESO. De thema’s zijn efficiënt energiegebruik, verantwoord omgaan met afval en materialen, goed werkgeverschap en social return, veiligheid en integriteit. ‘Ballast Nedam is na de crisis in 2008 door een moeilijke periode gegaan, maar nu gaat het beter. We hebben in de afgelopen periode vooral geleerd om met alles veel bewuster om te gaan’, zegt Gerry Havekotte, HSE-Projectmanager bij Ballast Nedam Parking Marine & Civil. ‘Bij de keuze van een lease-auto gaan we uit van de antwoorden op vragen over wie je bent, waar je woont en of je vaak onderweg bent. De administratie is ook verbeterd. Vroeger had elk bedrijfsonderdeel zijn eigen formats. Nu is dat geharmoniseerd, zodat de informatie gemakkelijker uitwisselbaar is. En voor we op een bouwplek beginnen, gaan we eerst na hoe we daar het beste kunnen komen, of de grond er stevig genoeg is voor onze zware werktuigen en of we ook aan alle eisen van de opdrachtgever, zoals bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, kunnen voldoen.’ Het streven naar verbeteringen vloeit natuurlijk ook voort uit de certificeringen die Ballast Nedam heeft voor onder andere kwaliteit (ISO 9001), milieu (ISO 14001), voor veilig werken in de bouw VCA**) of in de petrochemie (VCAP), en voor veiligheidsmanagement (OSHAS 18001). Sinds 2008 streeft het bedrijf naar een vermindering van de CO2-uitstoot met dertig procent in 2020. Vooral door de verkoop van ijzergieterij Rademakers en betonfabriek TBS was de uitstoot in 2017 al met 54 procent gedaald. Voor 2018 is het streefpercentage daarom bijgesteld naar 55.
Patrick Ballast: ‘Bij een slechte score zal de Baas zeker vragen gaan stellen aan de Projectleider.’
Veiligheid
Om bewuster met veiligheid om te gaan heeft Ballast Nedam twee jaar geleden de campagne Always Be Careful (ABC) gelanceerd. Deze dient als kapstok voor allerlei activiteiten. ‘Toen het van de zomer zo heet was hebben we bijvoorbeeld onder het motto van ‘always be cool’ flessen met water op de bouwlocaties uitgedeeld, zodat iedereen voldoende zou drinken’, vertelt Patrick Ballast, directeur Quality Assurance & Quality Control en tevens directeur van het dochter- en servicebedrijf DIBEC. ‘De bedoeling is het veiligheidsbewustzijn te verhogen en duidelijk te maken dat omgaan met veiligheid niet ingewikkeld hoeft te zijn. De campagne dient ook om alle acties met betrekking tot veiligheid beter herkenbaar te maken en om duidelijk te maken dat die acties onderdeel zijn van één geheel.’ Volgens hem is het nog te vroeg om de effecten van de campagne te kunnen meten. ‘Het gaat de goede kant op, alhoewel de werkdruk is toegenomen, wat de kans op ongevallen weer vergroot. Des te meer reden om het veiligheidsbewustzijn in de bedrijfscultuur verankerd te krijgen.’ Alle bedrijfsonderdelen rapporteren vier keer per jaar over het aantal ongevallen met verzuim. In 2017 was de ongevallen frequentie 4,07 (aantal ongevallen met verzuim per miljoen gewerkte uren) voor het eigen personeel en 5,29 voor het eigen personeel plus dat van onderaannemers. Dit voldoet al aan de doelstelling van minder dan 6 voor 2018. Havekotte: ‘De medewerkers weten al veel en meer dan ze denken. Belangrijk is vooral dat ze een onveilige situatie herkennen en meteen melden bij de leidinggevende, zodat ze met elkaar actie kunnen ondernemen. Via een zogenoemde SOS-melding kan vervolgens iedereen kennis nemen van de oplossing die de collega heeft bedacht. Dit gebeurt regelmatig. De mensen buiten op de locaties zijn onze ogen en oren. Vanuit mijn kantoor kan ik niet zeggen hoe ze veilig te werk moeten gaan. Dat kunnen ze vaak zelf wel bedenken, want zij zijn immers de specialisten die met de dagelijkse praktijk te maken hebben. Alleen met elkaar kunnen we ons werk veiliger maken. Ik vind het overigens best leuk om daarover met mensen te sparren. Laatst sprak ik een paar betonvlechters aan op het Leidseplein in Amsterdam die daar zonder helm werkten. Niet dat er acuut gevaar dreigde, maar als je bijvoorbeeld in een kuil werkt, loop je de kans ooit per ongeluk een paar wapeningsstaven op je hoofd te krijgen. Een helm is dan geen overbodige luxe. Die biedt extra bescherming, ook tegen andere gevaren. Daarom moet je hem op locatie gewoon dragen.’
Geen risico nemen
‘Op de bouwplaats weten mensen alles wel, maar ze moeten het ook toepassen’, vervolgt Havekotte. Laatst had iemand op een hoogwerker zijn vallijn vastgeklikt aan de beugel (het hek om het plateau – red.) in plaats van aan het officiële verankeringspunt om meer bewegingsvrijheid te kunnen hebben. De vraag is of zo’n beugel het bij een val houdt. Een beugel is in elk geval niet voor verankering bedoeld. Om geen risico te nemen, moet je je aan de regels houden en een vallijn altijd aan een verankeringspunt vastmaken.’ Jaarlijks terugkerende activiteiten zijn de eigen veiligheidsweek en de Nederlandse veiligheidsdag. In de eerste werkweek van januari blikt de directeur tijdens de veiligheidsweek terug op de veiligheid van het afgelopen jaar, kunnen mensen een bhv-opleiding volgen en een medische keuring krijgen. Ook volgen de machinisten van hijskranen, heftrucks en hoogwerkers extra training bovenop wat ze al geleerd hebben om met die machines te kunnen werken. Volgens de wet mag je van een grondverzetmachine bijvoorbeeld maar beperkt gebruik maken om te hijsen. Verder hoeft een machinist bij een bodemsanering alleen zijn cv te laten zien om aan te tonen dat hij of zij al eerder aan een sanering heeft gewerkt. Zo weet de machinist wat de gevaren bij een bodemsanering zijn, wat hierbij de kleur van de bodem zegt, hoe de overdruk in de cabine werkt en welk luchtfilter bij welk type verontreiniging ingezet moet worden bij de machine. Vanaf 2019 zijn alle operationele medewerkers door de invoering van CROW-400 (als opvolger van de CROW-publicatie 132) verplicht om voor bodemsanering een opleiding te volgen. Op de derde donderdag van maart is de nationale veiligheidsdag, in overeenstemming met de Governance code veiligheid in de bouw, waarbij iedereen binnen Ballast Nedam stilstaat bij veiligheid. Er worden video’s getoond, waarin collega’s veiligheidssituaties laten zien en bespreken. Ook zijn er toolboxmeetings.
Omgaan met afval en materialen
Een ander thema van duurzaamheid is verantwoord omgaan met afval en materialen.’Het gaat erom zo min mogelijk materialen te verbruiken en ze zo efficiënt mogelijk toe te passen. Hierbij gaat het in eerste instantie om slim ontwerpen’, legt Ballast uit. ‘Vooraf maken we altijd een afvalbeheersplan: wat voor afval we kunnen verwachten, hoe we de hoeveelheid daarvan kunnen verminderen. Bij platen is het bijvoorbeeld zaak om uit te gaan van de juiste afmetingen, zodat er bij het op maat maken van de platen ter plekke zo min mogelijk restmateriaal overblijft. Dit is een kwestie van goede inkoop. Het begint dus al bij de ontwikkeling van een project.’ Als er dan toch afval ontstaat, is het doel om minimaal 65 procent hiervan al op de bouwplaats te scheiden: metaal, plastic, hout, isolatiemateriaal, beton en grout, enzovoorts in aparte bakken doen. Het resterende afval (35 procent) gaat in een bak voor restafval. Ballast: ‘In de binnenstad lukt het niet om zoveel bakken te plaatsen. Daar haalt afvalverwerker Renewi het afval op en scheidt dat elders. Het bedrijf verzorgt ook de nascheiding van het restafval van de bouwplaats. Op die manier komen we tot de doelstelling voor 2018, namelijk 92 procent scheiding. Wat overblijft is materiaal dat niet te scheiden is of aan elkaar geklit zit.’ Ballast Nedam heeft in lijn hiermee al verschillende projecten met een BREEAM-certificaat opgeleverd, zowel voor nieuwbouw als renovatie. BREEAM staat voor de Building research establishment environmental assessment method, die oorspronkelijk ontwikkeld is door een TNO-achtige organisatie in Engeland. De Dutch Green Building Council heeft deze richtlijn met hulp van een aantal marktpartijen geschikt gemaakt voor de Nederlandse markt. Ballast Nedam voldoet ook aan de eisen van het Amerikaanse LEED-programma (Leadership in energy and environmental design) van de U.S. Green Building Council. ‘Het gaat er bijvoorbeeld om dat je alleen kit toepast, dat geen milieugevaarlijke stoffen bevat.’ Recycling van materialen is de volgende stap. Een voorbeeld is The Greenhouse in Utrecht. ‘Daarin hebben we kozijnen uit de sloop toegepast. Dat gebouw kun je ook weer zo uit elkaar halen. En toepassing van PUR en kit was verboden. Hiermee hebben we volgens de organisatie Alba Concepts een BCI-score van 78 procent gehaald. BCI staat voor build circulation index en geeft de mate van circulariteit weer. Tegenwoordig kijken we altijd of er geschikte secundaire materialen te krijgen zijn. Zo hebben we bij de bouw van de A-pier op Schiphol voor de tijdelijke verbinding met de pier materialen uit een gesloopte parkeergarage gebruikt. We zijn wel afhankelijk van de architect. Die stelt de eisen vast waaraan de materialen moeten voldoen. Secundair materiaal zal nooit precies zijn wat de architect in eerste instantie voor ogen staat. Daarom overleggen we of het ook een iets ander materiaal kan zijn, als dat beschikbaar is’, licht Ballast toe.
Gerry Havekotte: ‘We Hebben in de afgelopen periode vooral geleerd om met alles veel bewuster om te gaan.’
Madaster
Hier komt Madaster om de hoek kijken. Dit is een landelijke databank, waarin voor een nieuw pand alle materialen en de eigenschappen daarvan zijn vastgelegd. Het nut hiervan is, dat ook na verloop van jaren duidelijk is welke materialen voor hergebruik beschikbaar zijn en dus ook wat de sloopwaarde is. Daarnaast is het gemakkelijker om te bepalen welk onderhoud nodig is. ‘Als op een gegeven moment niemand meer weet wat de draagkracht van iets is, dan is slopen en tot puin vermalen nog de enige optie. Daarom bieden we opdrachtgevers aan om de gegevens over materialen in Madaster op te nemen. Dat is een tijdelijke service. Uiteindelijk gaan zij als eigenaar over het beheer en gebruik van het pand. Zij moeten de kar verder trekken’, aldus Ballast. Ballast Nedam is ook een van de oprichters van de Stichting Bewuste Bouwers. Doel is op de bouwplaats ordelijk te werken en de overlast voor de omgeving tot een minimum te beperken. ‘We melden al onze projecten aan bij Bewuste Bouwers. Mensen in de buurt met klachten kunnen dan een centraal nummer bellen. De bedoeling is ook dat je via folders, apps, Facebook of Twitter de omgeving op de hoogte stelt, bijvoorbeeld dat het heien op een bepaalde dag om zeven uur begint. Het gaat niet alleen om een goede relatie met de omgeving. Orde en netheid bevorderen ook de kwaliteit en de productiviteit’, verklaart Ballast. Bewuste Bouwers voert zelf audits uit of laat wel eens een mystery guest een bezoek brengen. Beide leveren een beoordeling met scores, waardoor het mogelijk is de verschillende projecten Ballast Nedam in Nederland te vergelijken. ‘Bij een slechte score zal de baas zeker vragen gaan stellen aan de projectleider’, aldus Ballast. Havekotte: ‘Bij de aanleg van de Gaasperdammertunnel van de A9 hebben we in het kader van Bewuste Bouwers omwonenden een rondleiding gegeven. Op een gegeven moment kregen we van hen ook klachten over het piepje van achteruitrijdende vrachtwagens. We hebben toen de frequentie van dat piepje laten aanpassen, waardoor de overlast sterk verminderde.’ Ballast Nedam doet ook aan social return, waarbij het bedrijf mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt inzet op een project. ‘Er doen al verschillende succesverhalen de ronde. Ik ken zelf iemand die nu heel goed op haar plek functioneert’, aldus Havekotte. Zij geeft nog een ander voorbeeld van betrokkenheid bij de samenleving: bij de aanleg van de tunnel van de A2 onder Maastricht moesten er destijds ook huizen afgebroken worden. ‘Om wat terug te doen voor de mensen in de stad hebben we over de tunnel, toen die klaar was, op de begane grond een zogenaamde groene loper aangelegd, bestaande uit een park en nieuwe woningen. Het gaat er niet alleen om wat je doet tijdens de bouw, maar ook dat je daarna goed bent voor de omgeving, bijvoorbeeld door iets te schenken.’
Stoffen managen
Ballast Nedam Parking Marine & Civil maakt gebruik van Toxic Safety Solution voor het omgaan en beheer van chemische producten en gevaarlijke stoffen in het kader van de naleving van de Arbowet en de Europese stoffenwetgeving REACH. Het bedrijf werkt met groot materieel voor graafwerk en het aanbrengen van funderingen en verankeringen in de woning-, weg- en waterbouw. Hierbij maat het bedrijf gebruik van onder andere brandstoffen als diesel, van smeermiddelen (oliën en vetten) en van reinigingsmiddelen ten behoeve van het onderhoud. ‘We hebben in Maarssen een eigen wasplaats en een WVO-vergunning voor het gebruik van een beperkt aantal reinigingsmiddelen’, zegt Gerry Havekotte, HSE-projectmanager van het bedrijf in Maarssen. Het bedrijf heeft momenteel met 28 stoffen te maken en houdt de informatie daarover bij met Toxic. ‘Het is makkelijk werken met Toxic. We kunnen informatie over een nieuwe stof tegen betaling opvragen en als die informatie niet meteen voorhanden is gaat de Toxic-organisatie erachter aan en levert na verloop van tijd de veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) aan’, legt Havekotte uit. ‘Die VIB’s bevatten tegenwoordig als gevolg van REACH veel meer informatie. Sommige VIB’s tellen wel 80 tot 120 pagina’s. Daar kun je iemand niet mee het veld insturen. Toxic vat daarom de belangrijkste punten samen op een A4-tje, zoals de eigenschappen van de stof, de persoonlijke beschermingsmiddelen die je moet dragen, hoe de bedrijfshulpverlening (bhv) een eventuele beginnende brand moet blussen en hoe je de stof moet opslaan.’ Alle informatie is centraal opgeslagen en daardoor gemakkelijk op te roepen, ook in het buitenland, zowel in het Nederlands als het Engels. Havekotte voorziet de uitvoerders van de nodige informatie. Daarin staan hyperlinks opgenomen via welke ze bij alle relevante veiligheidsbladen en overzichten kunnen komen. ‘Stel dat iemand een bijtend zuur op z’n voet krijgt en naar de eerstehulppost van een ziekenhuis wordt gebracht. Daar moeten ze dan snel weten om welk zuur het gaat en welke eigenschappen dit heeft. Met dit systeem kun je dat snel vertellen’, aldus Havekotte.
Het artikel over Duurzaam werken en produceren bij Ballast Nedam is eerder gepubliceerd in Safety! magazine nr 5 2018.
Over de auteur: Erik te Roller is freelance journalist en vaste medewerker van Safety! magazine
Lees meer over duurzaam werken en produceren in Sdu HSE – Onderwerpen
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.