Bijna de helft van de bedrijfsartsen weet niet dat ze misstanden kunnen melden bij de Inspectie SZW. Anderen kennen die mogelijkheid wel maar gebruiken hem niet, uit angst voor de opdrachtgever.
Laatste redmiddel
Dit blijkt uit een enquête onder leden van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Er deden 221 bedrijfsartsen aan mee. Bedrijfsartsen zeggen wel veel toegevoegde waarde te zien in meer samenwerking met de Inspectie. De bekendheid van die mogelijkheid kan worden vergroot door nascholing, bijeenkomsten en nieuwsbrieven.
Bedrijfsartsen die wél bekend zijn met de mogelijkheid tot melden, maar die mogelijkheid niet gebruiken, doen dat vaak niet uit vrees voor de relatie met hun opdrachtgever. Melden wordt in elk geval gezien als laatste redmiddel.
De NVAB stelt daar tegenover dat er ook voorbeelden zijn waarbij de relatie na een melding juist is verbeterd. Ook kan zo’n stap bedrijfsartsen meer mogelijkheden bieden om hun preventieve taken uit te voeren. Artsen die er wel toe zijn overgegaan, zijn daar doorgaans tevreden over.
Bijna alle respondenten gaven aan dat zij graag op de hoogte blijven van resultaten van inspecties bij hun klanten.
Verkennende gesprekken
De NVAB meldt dat er ‘verkennende gesprekken’ hebben plaatsgevonden met de Inspectie SZW over manieren om elkaar te versterken. Zorgen over gevaarlijke stoffen hebben daar kennelijk een rol bij gespeeld. De enquête zelf moet ook in dat kader worden gezien. Er zijn in Nederland naar schatting honderdduizend bedrijven die gebruik maken van gevaarlijke stoffen. Het werken daarmee leidt volgens de NVAB jaarlijks tot ruim drieduizend dodelijke slachtoffers en meer dan honderdduizend verloren gezonde levensjaren.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.