Het is januari 2018, een aantal werknemers van Aannemingsbedrijf Gebr. Van der Steen B.V. verrichtten werkzaamheden om bij een waterleiding onder een dicht gestrate oprit te komen. Hun werkgever, het aannemingsbedrijf, was door een zogenaamde KLIC-melding van de netbeheerder op de hoogte gesteld van een elektriciteitsleiding die in de nabijheid van de betreffende waterleiding lag. De exacte locatie moest door de werknemers zelf worden vastgesteld door het graven van proefsleuven met behulp van detectieapparatuur. Om de oprit zo min mogelijk te beschadigen hebben de werknemers ervoor gekozen om de waterleiding met de schop op te graven. Ze willen de klus op die locatie graag die dag afronden maar het duurt een hele ochtend met de schop graven voordat ze de vermeende waterleiding vinden. Een van hen knipte deze met een niet-geïsoleerde kniptang door maar het bleek echter niet de waterleiding te zijn maar de elektriciteitskabel. De werknemer overleed ter plekke ten gevolge van elektrocutie. Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt het aannemingsbedrijf dat er geen duidelijke instructies waren gegeven over hoe ondergrondse leidingen moeten worden geïdentificeerd. Ook het toezicht op de werkzaamheden ontbrak volgens het OM.
Arbo Veiligheidsbeleid
Het bedrijf heeft volgens het OM steken laten vallen in het Arbo veiligheidsbeleid. Voordat in de grond gewerkt werd had de in dit geval elektriciteitsleiding, spanningsloos moeten zijn. Ook hadden alle ondergrondse leidingen moeten worden geïdentificeerd en hadden er duidelijke instructies gegeven moeten worden over de te volgen werkwijze, het bedrijf heeft hierbij te veel op het gecertificeerde vakmanschap en jarenlange werkervaring van de werknemers geleund. Specifiek voor dit ongeval is het OM van oordeel dat het spanningsloos maken van de elektriciteitsleiding mogelijk was en wordt het bedrijf verweten dit niet te hebben gedaan.
Om elektriciteitskabels te kunnen vinden dienen deze blootgelegd, geïdentificeerd en zo nodig te worden geselecteerd. Bij twijfel dient de netbeheerder te worden geraadpleegd. In dit geval, zo blijkt uit onderzoek, beoordeelden de werknemers de kleur, diameter en tikten de werknemers met een schop tegen de kabel om te luisteren of deze hol was en of de kabel hard (= waterleiding) of zacht was. De werknemers maakten geen gebruik van de beschikbare detectieapparatuur en hadden verzuimd om alle kabels en leidingen conform de KLIC op te zoeken. Vervolgens namen de werknemers gezamenlijk het besluit dat de aangetroffen leiding wel de gezochte waterleiding moest zijn met helaas de nu bekende desastreuze gevolgen.
Veiligheidsplan
In het veiligheidsplan van het aannemingsbedrijf wordt expliciet gewaarschuwd voor het niet bekend zijn met de ligging van aanwezige kabels en leidingen en voor het risico van elektrocutie. Hiervoor werden de maatregelen genoemd van het gebruik van detectieapparatuur en proefsleuven graven. Uit onderzoek blijkt dat toezicht op het nakomen van de werkinstructies tekortschoot en er te veel op het vakmanschap en ervaring van de mensen werd geleund. Het bedrijf wist middels graafschadepreventie, dat de werknemers het gebruik van een kabelzoeker met het graven van proefsleuven niet structureel gebruikten. Dit ondanks de vernoemde werkinstructies. Mede hierdoor zijn voor de betreffende werkzaamheden deze instructies niet gegeven. Ook is er op de betreffende dag geen toezicht gehouden op het naleven van de instructies. De bij het werk aanwezige collega’s verklaarden dat zij wel aan de maatregelen hebben gedacht bij het uitgraven van de leiding en het knippen van de vermeende buis maar dat zij volledig overtuigd waren van het feit dat het een waterleiding zou betreffen en dat zij toen over zijn gegaan tot het doorknippen van de betreffende kabel, met een noodlottig gevolg.
Veiligheidsmaatregelen bedrijf
Naar aanleiding van het dodelijke ongeval heeft het aannemingsbedrijf intern onmiddellijk veiligheidsmaatregelen genomen om dergelijke ongevallen voor de toekomst te voorkomen en het bedrijf heeft binnen de totale landelijk aannemingssector, brancheorganisaties en bij alle netbeheerders van ondergronds infrastructuur, aandacht gevraagd voor het ongevalsscenario. Met name het correct identificeren en selecteren van kabels- én leidingen alsmede het creëren van een veilige werkplek en omgeving, heeft hierbij tot op heden de volle aandacht. Ook heeft het bedrijf richting de nabestaanden grote betrokkenheid en zorg betracht en de financiële gevolgen voor de nabestaanden goed geregeld.
Passende afdoening
Het OM en het aannemersbedrijf schikken de zaak met de voorwaarden dat het bedrijf een geldboete betaalt van € 20.000,-. Daarnaast heeft het bedrijf reeds een bedrag van € 10.000,- overgemaakt aan Stichting Arbeidsongevallen en heeft inmiddels al diverse presentaties gegeven aan vakgenoten over de betreffende risico’s en de te nemen veiligheidsmaatregelen om dit soort ongevallen in de toekomst te voorkomen. Deze schikking levert een maatschappelijk gelijk, zo niet beter resultaat op dan de gang naar de rechter. De door het bedrijf genomen verantwoordelijkheid heeft deze schikking mogelijk gemaakt. Het OM is dan ook van oordeel dat dit een passende afdoening is.
Nabestaanden
Het bedrijf heeft na het ongeval goed contact onderhouden met de nabestaande en de letselschade procedure is naar tevredenheid van de nabestaanden afgewikkeld. Daarnaast heeft het bedrijf direct na het ongeval actie ondernomen om de veiligheid in het bedrijf en in de totale bedrijfssector te verbeteren en meerdere veiligheidskundigen ter ondersteuning ingeschakeld.
Bron:
OM
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.