De OvV verwijt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in het rapport Veilig toelaten op de weg – Lessen naar aanleiding van het ongeval met de Stint dat het niet genoeg aandacht heeft gehad voor de veiligheid op de weg bij het toelaten van licht gemotoriseerde voertuigen waaronder voertuigen als de Stint. De Raad adviseert de minister om de uiteindelijke beoordeling van de veiligheid van (nieuwe) voertuigen niet zelf te doen maar over te laten aan een onafhankelijke organisatie en zelf alleen beleid vast te stellen en zo de verkeersveiligheid op de openbare weg verbeteren. ‘Twintig procent van de in totaal 678 dodelijke slachtoffers in het verkeer waren vorig jaar gebruiker van een licht gemotoriseerd voertuig. Gezien de toegenomen drukte op de openbare weg en de grote aantallen slachtoffers, kunnen maatregelen niet op zich laten wachten.’
Strengere eisen
Het rapport van de OvV is duidelijk, zegt minister Van Nieuwenhuizen en de conclusies zijn pijnlijk. Ze voelt het ‘als haar diepe verantwoordelijkheid om hier lessen uit te trekken’ en gaat met de aanbevelingen aan de slag. Zo gaat de minister de toelating van nieuwe voertuigen beleggen bij een onafhankelijke instantie. Tot die tijd zullen de adviezen van de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) en de Stichting wetenschappelijk onderzoek verkeersveiligheid (SWOV) bindend zijn. Ook gaat ze aan de slag met het beoordelen van de veiligheid van vergelijkbare voertuigen, zoals gehandicaptenvoertuigen en elektrische bakfietsen.
Aanbevelingen Onderzoeksraad
De OvV heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat drie aanbevelingen gedaan:
- Voer een integrale risicobeoordeling uit en monitor de ontwikkelingen
Voer een integrale risicobeoordeling uit op de verschillende typen licht gemotoriseerde voertuigen, waarbij de interactie tussen mens, techniek en omgeving centraal staat. Geef daarbij aan welk veiligheidsniveau acceptabel is gezien de ambities uit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030. Doe dit zowel bij de toelating van nieuwe innovatieve voertuigen als bij de groep voertuigen die reeds op de openbare weg is toegelaten. - Tref zo nodig aanvullende maatregelen voor de reeds toegelaten voertuigen
Als uit de risicobeoordelingen van de reeds toegelaten licht gemotoriseerde voertuigen blijkt dat het veiligheidsniveau verbetering behoeft, onderzoek dan met welke maatregelen dat kan worden bereikt. Denk hierbij aan het stellen van extra permanente eisen, gebruikseisen of aanpassing van de infrastructuur. - Herzie de toelating van nieuwe voertuigen
a. Nationaal toegelaten voertuigen: richt de toelating zo in dat een onafhankelijke keuringsinstantie verantwoordelijk wordt voor de besluitvorming bij toelatingen van nieuwe voertuigen.
b. Voertuigen met Europese vrijstelling: onderzoek de mogelijkheden om ook gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen en elektrische (bak)fietsen in het Europese toelatingssysteem op te nemen of voor deze voertuigen een nationale toelating vast te leggen.
c. Illegaal gebruikte voertuigen: zorg dat voor iedereen duidelijk herkenbaar is welke licht gemotoriseerde voertuigen wel en niet op de openbare weg mogen worden gebruikt en ga illegaal gebruik tegen.
Heeft u nog geen abonnement op Sdu HSE en bent u nieuwsgierig naar dit online platform? Vraag hier een gratis demo aan!
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.