JURISPRUDENTIE UITGELICHT – Een werkgever moet schade bij de werknemer zoveel mogelijk voorkomen. Lijdt een werknemer schade tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden, dan is de werkgever in beginsel aansprakelijk voor die schade op grond van de zorgplicht van artikel 7:658 BW. Hoe oordeelt de rechter over de werkgeversaansprakelijkheid bij langdurig repeterend werk? Dat speelde in de volgende zaak.
Wat zijn de feiten?
De werknemer is in 1990 bij de werkgever in dienst getreden als machinebediende. Omdat de werknemer zeer laag geschoold is, had hij niet veel doorgroeimogelijkheden en heeft hij eigenlijk altijd hetzelfde werk uitgevoerd. Zijn werk bestond naar eigen zeggen voornamelijk uit het plaatsen van lege zakken die automatisch werden gevuld met 20-25 kg mortel die toestroomde uit twee machinepijpen. De gevulde zakken vielen op een lopende band, die de volle zakken afvoerde. Soms moest de werknemer de zakken zelf optillen en op de band leggen.
Op een gegeven moment valt de werknemer uit met schouderklachten. Hij is daarna wel weer aan het werk gegaan en heeft aangepast werk verricht. Uiteindelijk is de werknemer toch helemaal uitgevallen en heeft een WIA-uitkering ontvangen wegens arbeidsongeschiktheid van 35-80 procent. De arbeidsovereenkomst is een paar jaar later beëindigd. Hij stelt de werkgever aansprakelijk voor de door hem geleden schade aan zijn schouder op grond van artikel 7:658 BW. Hij stelt daartoe dat de schade is veroorzaakt door het zware, belastende en eentonige werk dat hij uitvoerde met het vullen van de zakken mortel.
Hoewel een werkgever snel aansprakelijk is voor de schade die een werknemer lijdt tijdens de uitoefening van de werkzaamheden, is het aan de werknemer om te stellen en zo nodig te bewijzen dat de schade waarvan hij vergoeding vordert, heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Dit oorzakelijk verband moet in beginsel worden aangenomen indien de werkgever heeft nagelaten de maatregelen te treffen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om te voorkomen dat een werknemer schade lijdt tijdens zijn werkzaamheden. Voor het vermoeden dat de schade is veroorzaakt door de werkzaamheden is geen plaats wanneer het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onbepaald is.
Wat zegt de rechter?
In deze zaak heeft de werknemer volgens de rechter niet geconcretiseerd waaruit het verzuim van de werkgever heeft bestaan, anders dat men hem voortdurend aan de zogenoemde afzakmachine heeft laten werken. Uit niets blijkt dat de werkgever normen van artikel 7:658 BW heeft geschonden, bijvoorbeeld dat de werkplek zodanig was ingericht of onderhouden dat daarmee niet werd voorkomen dat de werknemer door zijn werk schade leed of dat er geen maatregelen waren getroffen of aanwijzingen waren verstrekt die dit voorkwamen.
De stellingen van de werknemer zijn daarvoor te algemeen van aard. Het enkele feit dat een werknemer steeds dezelfde machine bediende rechtvaardigt nog niet de conclusie dat er sprake is geweest van repeterend werk dat dermate belastend is dat dit schadelijk is geweest voor zijn gezondheid. Het feit dat de machine kort na uitval van de werknemer is vervangen, maakt dit niet anders. Er kan volgens de rechter dan ook niet worden uitgegaan dat de werkgever een verwijt treft als bedoeld in artikel 7:658 BW, dus dat de werkgever haar zorgplicht heeft geschonden. Uit de stellingen van de werknemer volgt volgens de rechter ook niet noodzakelijkerwijs dat zijn gezondheidsklachten het gevolg zijn van zijn werkzaamheden aan de afzakmachine.
Volgens de werkgever was het bovendien zo dat werknemer niet zoals hij heeft gesteld alleen maar aan de afzakmachine stond. Er waren ook andere taken zoals palletreparatie, vegen en het opruimen van kapotte zakken. De werknemer blijkt ook zijn heftruckcertificaat te hebben gehaald en heftruckwerkzaamheden te hebben uitgevoerd. Verder is er ook een risico-inventarisatie gedaan waaruit niet is voortgekomen dat het werk van de werknemer schadelijk zou zijn of risico’s voor de gezondheid van werknemers met zich mee bracht.
De werknemer meldde zich vaak ziek, om verschillende redenen waaronder ook schouderklachten. Uit geen van de overgelegde medische stukken valt echter concreet af te leiden dat de werknemer als gevolg van zijn werk gezondheidsklachten, met name de frozen shoulder, heeft opgelopen of dat zijn klachten zijn ontstaan door langdurige overbelasting. De werknemer concludeert dit zelf, maar onderbouwt dat verder niet. De rechter concludeert dan ook dat uit de stellingen van de werknemer onvoldoende volgt dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen zijn gezondheidsklachten en zijn werkzaamheden als machinebediende. Zijn vorderingen worden afgewezen.
Wat betekent dit voor de praktijk?
In deze rubriek zien we vaak zaken waarbij de werkgever aansprakelijk is voor schade van de werknemer. Uit deze zaak volgt dat een werkgever niet zomaar aansprakelijk is voor schade die de werknemer meent te hebben geleden tijdens het werk. Als het opgevoerde oorzakelijk verband te onbepaald is, is de werkgever niet aansprakelijk.
Vindplaats: ECLI:NL:GHSHE:2019:1063
Over de auteur: Ingeborg ten Oever is arbeidsrechtjurist bij Lawwise Advocaten
Meer informatie over beroepsziekten en aansprakelijkheid? Ga naar Sdu HSE
Heeft u nog geen abonnement op Sdu HSE en bent u nieuwsgierig naar dit online platform? Vraag hier een gratis demo aan!
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.