Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de Beleidsdoorlichting artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s 2011 – 2017 gepubliceerd. Deze beleidsdoorlichting kijkt terug naar begrotingsartikel 22 in de periode van de oprichting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu tot het moment van wijziging naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (2011-2017). De analyse richt zich op het bepalen van de doeltreffendheid en doelbereik met als kernvraag: heeft het beleid de gestelde doelen bereikt? Daarnaast wordt bekeken in welke mate het beleid doelmatig is en of de financiële middelen uit de begroting efficiënt worden ingezet.
Veiligheid
Vanaf 2013 is in artikel 22 (de voorloper was artikel 56) onderverdeeld in drie subartikelen:
- 22.01 Veiligheid chemische stoffen;
- 22.02 Veiligheid biotechnologie;
- 22.03 Veiligheid bedrijven en transport.
Beleidsonderwerpen hierbij zijn onder andere Reach/ZZS, Brzo, en Transport gevaarlijke stoffen. Het merendeel van de beleidsonderwerpen scoort overwegend goed op doeltreffendheid. Een deel is als voldoende beoordeeld. Voor doelmatigheid scoort ongeveer de helft van onderwerpen goed en de helft voldoende.
Doeltreffend
Op basis van deze deelresultaten kan een overkoepelende conclusie worden getrokken. Het begrotingsartikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s kent als centrale doelstelling:
“Mens en milieu beschermen tegen maatschappelijk onaanvaardbaar geachte veiligheid-, milieu- en gezondheidsrisico’s.” Het beleid is in zijn algemeenheid doeltreffend en draagt bij aan de doelstelling van het begrotingsartikel. De doelmatigheid is over het geheel genomen met een uitzondering voldoende tot goed.
De onderzoekers (van Ecorys, Berenschot en ConCepd) doen ook nog een aantal aanbevelingen. De doelstelling van het beleid voor veiligheid en risico’s is in de begrotingen beperkt geformuleerd en houdt geen rekening met de perceptie van veiligheid in de samenleving. Aanbevolen wordt om in de komende begroting de doelstelling als volgt aan te passen: “het realiseren van een schone, gezonde en veilige leefomgeving, die door de inwoners van Nederland ook als zodanig wordt ervaren.” Door de perceptie van burgers onderdeel te maken van de beleidsvorming wordt het mogelijk expliciet rekening te houden met de risicobeleving in de samenleving, aldus de onderzoekers.
Transport
Ten aanzien van transport van gevaarlijke stoffen geven de verslagen rond het Basisnet aan dat de uitvoering voor de basisnetten Weg en Water zonder noemenswaardige aandachtspunten verlopen. De output van het beleid is hiermee goed. Voor Basisnet Spoor daarentegen is de output minder goed, omdat de nodige overschrijdingen geconstateerd zijn. Hierop is actie ondernomen door middel van het onderzoek naar de robuustheid Basisnet Spoor. De actiepunten die hieruit voortvloeien zijn overgenomen en zullen geïmplementeerd worden. Indien deze in samenhang overgenomen en geïmplementeerd worden, is doelbereiking mogelijk.
Naast deze nationale focus heeft het transport van gevaarlijke stoffen een internationale component. Nederland is partij bij verdragen met als doel het faciliteren van handel en permanent verbeteren van de veiligheid en heeft daarmee ook internationale verplichtingen. Specifiek voor internationaal transport is er veel veranderd, door de overheveling van taken van IenW naar RIVM. Onvoldoende budget zou het risico creëren dat Nederland geen invloed op internationaal beleid heeft en andere lidstaten het beleid bepalen.
Bron: Gevaarlijke Lading.
Lees meer over Gevaarlijke stoffen en Brzo op Sdu HSE -> onderwerpen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.