Werknemers die tijdens de coronacrisis weleens thuiswerken, werken gemiddeld vier uur per week over. Dat meldt het Centraal Bureau voor Statistiek.
In het tweede kwartaal van 2020 waren er 7,4 miljoen werknemers, van wie er 6,5 miljoen daadwerkelijk aan het werk waren. De rest had wel betaald werk maar werkte niet, bijvoorbeeld door vakantie, ziekte of omdat dat niet mogelijk was vanwege de coronamaatregelen. 1 op de 5 werknemers die wel werkten gaf aan in de voorafgaande week werk mee naar huis te hebben genomen. Eerder schommelde dit aandeel tussen de 10 en 15 procent. Gemiddeld werkten ze 23 uur per week thuis van hun totale gebruikelijke arbeidsduur (gemiddeld 34 uur per week). Hiervan waren 19 uren betaalde arbeidsuren.
ICT’ers werken vaakst vanuit huis tijdens coronacrisis
Gekeken naar beroepsgroepen zijn het ICT’ers, managers, creatievelingen, taalkundigen en mensen met een pedagogisch beroep die het vaakst vanuit de eigen woning werken. Van de ICT-medewerkers werkte in april, mei en juni 40 procent thuis, een jaar geleden lag dat aantal nog rond de twintig procent.
Over het aantal thuiswerkuren heeft het CBS niet eerder op deze manier gepubliceerd. De berichtgeving over thuiswerken was in voorgaande gevallen gebaseerd op de vraag of werknemers ‘doorgaans’ of ‘wel eens’ thuiswerken. In 2019 was dat bij 34 procent van de werknemers het geval, en bij 65 procent van de zelfstandigen.
Bron:
CBS
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.