In een vorige blog schreef ik over thema’s als maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid die steeds belangrijker worden, ook voor bedrijven. Ik schreef onder andere over de ontwikkeling van een veiligheidscultuur naar een duurzaamheidscultuur of een Responsible of Sustainability Culture. De aandacht voor duurzaamheid wordt in de nabije toekomst minder vrijblijvend. Naast Nationale wetgeving die er nu al is, zoals de Omgevingswet, Klimaatwet, Woningwet, Wet Milieubeheer, Wet Natuurbescherming, Energiewet of Regionale Energie Strategie (RES), komt er nieuwe wetgeving aan vanuit Europa. Deze wetgeving in de vorm van Europese Richtlijnen zal ook door Nederland omgezet gaan worden naar nationale wetgeving. In deze blog kijken we welke wetgeving er is, welke eraan komt en hoe je daarmee om kunt gaan.
Veel van de nieuwe wetgeving komt voort uit de Europese Green Deal, waar ‘onze’ Frans Timmermans het boegbeeld van is. De Europese Green Deal is de strategie die gezondheid en welzijn van burgers moet verbeteren, die Europa klimaatneutraal moet maken in 2050 en die de natuur en biodiversiteit in Europa moet beschermen en herstellen. Als onderdeel hiervan moeten bedrijven aantoonbaar aan de slag om duurzamer te worden. Om greenwashing te voorkomen (duurzame acties voor de bühne, maar zonder echte impact), zullen bedrijven ook worden verplicht om te rapporteren over hun acties en de impact daarvan.
Financiële prikkels
Een aantal jaren voor de green deal is, op basis van het Klimaatakkoord Parijs (2015), op Europees niveau een Actieplan Duurzame Financiering gemaakt. Uit dit actieplan is wetgeving voortgekomen met als doel investeringen door beleggers of investeerders duurzamer te maken. Met duurzamer wordt bedoeld minder schadelijk voor natuur, klimaat en maatschappij. De Sustainable Finance Disclosure Directive (SFDR of de EU 2019/2088) verplicht grote beleggers (bijvoorbeeld pensioenfondsen of verzekeraars) om transparant te zijn als het gaat om ESG informatie en prestaties. ESG staat voor Environment, Social, Governance en is een term voor duurzaamheid die meestal in de financiële wereld wordt gebezigd. Naast de SFDR is er voor banken en beursgenoteerde bedrijven met meer dan 500 medewerkers de NFTD, de Non financial Reporting Directive of de 2014/95/EU. De NFTD verplicht deze grote bedrijven om duurzaamheid in het jaarverslag te verwerken.
Een belangrijke wetgeving is het Emission Trading System (ETS), waarmee de uitstoot van Co2 voor grote bedrijven (en straks voor alle bedrijven) beprijsd wordt. De meeste grote bedrijven krijgen (nu nog) ieder jaar een hoeveelheid ‘gratis’ emissierechten. Zo kunnen ze hun internationale concurrentiepositie beschermen en voorkomen dat CO₂-uitstoot zich verplaatst naar landen buiten Europa zonder CO₂-regelgeving. Bedrijven komen alleen in aanmerking voor volledige toewijzing van gratis rechten als ze aan kunnen tonen dat ze energie- en CO₂-efficiënt produceren (door een CO2 benchmark uit te voeren). De CO2 beprijzing zal stapsgewijs uitgebreid worden naar alle bedrijven.
Naast de SFDR en NFTD is er de EU Taxonomie, een Europese Richtlijn (EU 2020/852) die financiële partijen verplicht om investeringen te classificeren naar effecten op natuur, klimaat en maatschappij. Een investering moet bijvoorbeeld positief bijdragen aan preventie van en adaptatie aan klimaatverandering, duurzaam water gebruik en bescherming van water, circulaire economie, preventie van vervuiling, bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen. De EU Taxonomie moet het voor investeerders en beleggers eenvoudiger maken om meer duurzame investeringen of beleggingen te doen. Dat geldt ook voor beleggingen die jij als particulier doet.
Voor alle bedrijven
Tot nu toe hebben we alleen Europese Richtlijnen behandeld voor grote of voor financiële bedrijven. Deze wetgeving wordt snel uitgebreid naar alle bedrijven. Een eerste stap is de CSRD, de Corporate Sustainability Reporting Directive, (COM/2021/189) die per april 2021 is aangenomen. Deze wetgeving geldt voor alle bedrijven met meer dan 250 medewerkers (en een minimale omzet en balanstotaal). Voor deze bedrijven geldt per 1 januari 2023 een verplichte duurzaamheidsrapportage, die getoetst moet worden door een accountant. Ook moet er een strategie rond duurzaamheid zijn, een risicomanagementsysteem en een systeem om data te verzamelen ten behoeve van de rapportage. Zo’n 50.000 bedrijven in Europa moeten aan deze wetgeving voldoen. De volgende stap is uitbreiding naar kleine en middelgrote bedrijven.
Een andere voorbeeld is de Europese Energy Efficiency Directive (EED of de 2012/27/EU). Volgens deze wetgeving moeten bedrijven (ook vanaf 250 medewerkers, minimale omzet en balanstotaal) iedere vier jaar een energie audit uitvoeren en daarover rapporteren. In deze audit worden energiestromen in kaart gebracht en acties voor energiebesparing bewaakt. Naast de wetgeving die hierboven is beschreven, komt er een Sustainable Corporate Governance Directive (SCGD). Deze nieuwe Europese wetgeving gaat het mogelijk maken dat CEO’s die lak aan duurzaamheid hebben, persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. De komende jaren zal de green deal verder worden uitgewerkt in wetgeving. Er komen bijvoorbeeld boetes voor bedrijven die zich onterecht als ‘groen’ profileren.
Maatregelen voor sectoren
Een van de harde eisen binnen de green deal is een reductie van CO2 emissie in 2030 met 55% (ten opzichte van 1990). Onder de naam Fit for 55 is in juli 2021 een pakket van ingrijpende maatregelen gelanceerd. Dit pakket raakt alle bedrijven en burgers. Fossiele brandstoffen worden gefaseerd duurder (ook voor scheep- en luchtvaart) en vanaf 2035 mogen geen benzineauto’s meer gemaakt worden. Verder moet 40% van de opgewerkte energie in 2030 schoon zijn, en er komt geld voor 4 miljoen laadpalen in Europa. Aan de buitengrenzen van Europa komt een CO2 belasting om oneerlijke concurrentie te voorkomen.
De bouwsector heeft te maken met de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III ofwel de 2002/91/EU, aangevuld met 2010/31/EU en 2018/844/EU). Deze wetgeving voor energieprestatie van gebouwen is al in 2003 in werking getreden maar wordt steeds verder aangescherpt. De reden is onder andere dat een groot deel van het energieverbruik nodig is voor verwarming en koeling van gebouwen. In de praktijk stelt deze wetgeving onder andere eisen aan de energiezuinigheid van installaties, periodieke keuringen aan verwarming- en airco-installaties en een minimaal aantal elektrische laadpunten voor auto’s. Een strenge eis bijvoorbeeld is dat kantoren (vanaf 100 m2) per 1 januari 2023 minimaal een energielabel C moeten hebben (energielabel A vanaf 2030). Voor een aantal sectoren, onder andere voor kantoren, is een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) verplicht (vanaf een jaarverbruik van 50.000 kWh of 25000 m3 gas per jaar).
Het Emission Trading System (ETS) wordt uitgebreid naar onder andere transportsector en bouw.
De maaksector zal moeten zorgen dat producten minder snel kapot gaan en gebruikers krijgen een ‘recht op reparatie’. Een doelstelling van de green deal is immers om een circulaire economie te ontwikkelen.
Ook de transportsector krijgt een aantal maatregelen voor de kiezen. Zo moet in 2030 driekwart van het goederentransport over spoor of water plaatsvinden. Kilometer- en tolheffing wordt in heel Europa ingevoerd.
De staalproductie zal in 2030 CO2 neutraal moeten zijn en de chemiesector zal het gebruik van schadelijke chemicaliën drastisch moeten terugbrengen.
De voedingsmiddelensector zal moeten zorgen voor significant meer biologische voedingsmiddelen en de landbouwsector zal het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en meststoffen drastisch moeten verminderen. Ook de methaanuitstoot en het gebruik van antibiotica in de veeteelt moet drastisch omlaag. In 2030 moet 30% van Europese zeeën en land beschermd natuurgebied zijn.
In 2030 moeten alle verpakkingen recyclebaar zijn en het gebruik van microplastics in textiel- en plasticsector wordt verboden. Schadelijke vervuiling van lucht, water en grond moet in 2050 compleet uitgebannen zijn. In 2030 moet het aantal doden door luchtvervuiling met 55% verminderd zijn en ook het aantal slachtoffers door chronische herrie moet met 30% omlaag.
Praktische invulling
Hoe ga je nu praktisch aan de slag met duurzaamheid. Een stappenplan:
- Neem duurzaamheid op in de visie, missie (of purpose), strategie en kernwaarden van jouw organisatie. Wat is de bijdrage van jouw organisatie aan natuur, klimaat en maatschappij? Wat is jullie purpose?
- Maak een materiality index waarin je de impact van jouw organisatie op natuur, klimaat en maatschappij afzet tegen de afhankelijkheid van jouw organisatie van natuur, klimaat en maatschappij. Deze index helpt om prioriteiten te stellen.
- Stel concrete doelen op duurzaamheidsthema’s (bijvoorbeeld op één of meer SDG’s, CO2 emissies, circulariteit, gebruik grondstoffen en water, veiligheid, gezondheid of impact op maatschappij)
- Bouw een integraal managementsysteem en een duurzaamheidscultuur waarin duurzaamheid gekoppeld is aan thema’s als veiligheid, gezondheid, welzijn, milieu of kwaliteit
- Werk aan bewustzijn en hard– en softskills van managers en leidinggevenden
- Werk aan actieve betrokkenheid van uitvoerende medewerkers
- Bewaak doelen door een governance structuur (interne en externe feedbackloops)
- Zoek samenwerking in de keten en de branche
- Rapporteer integraal (financieel en duurzaamheidsthema’s), bijvoorbeeld volgens criteria van het Global Reporting Initiative (GRI) en de Transparantiebenchmark
Gerd-Jan Frijters, oprichter van D&F Group b.v. (met dank aan Tjerk Plasman)
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.