In 2018 gaf 15,5 procent van alle werknemers aan vaak of altijd gevaarlijk werk te doen. Vooral werknemers in transport en logistieke beroepen verrichten naar eigen zeggen vaak gevaarlijk werk: 35,9 procent. Dat blijkt uit de Nationale enquête arbeidsomstandigheden (NEA) van CBS en TNO.
In het algemeen wordt gevaarlijk werk vaker verricht door werknemers op lagere beroepsniveaus, waarvoor hooguit een middelbaar onderwijsniveau is vereist. Het gaat veelal om beroepen waarbij lichamelijke inspanning of uithoudingsvermogen is vereist of waarbij machines, apparaten en voertuigen worden bediend. Samen met werknemers in transport en logistieke beroepen vormen werknemers in technische en agrarische beroepen dan ook de top drie van beroepsklassen waarin men het vaakst gevaarlijk werk doet. In pedagogische, bedrijfseconomische, administratieve en ict-beroepen hebben werknemers juist het minst vaak gevaarlijk werk.
Vaak of altijd gevaarlijk werk
Met twee vragen wordt vastgesteld hoe vaak een werknemer, naar eigen zeggen, diverse soorten gevaarlijk werk verricht. De eerste vraag brengt in kaart of en aan welke gevaren een werknemer wordt blootgesteld. Binnen de NEA is een keuze gemaakt voor enkele clusters van gevaarsituaties, zoals deze ook vaak in risico-inventarisaties en -evaluaties worden onderscheiden. De tweede vraag gaat in op de frequentie van de blootstelling. Het cijfer in dit bericht betreft het percentage werknemers dat bij minimaal 1 van de 10 vragen over gevaarlijk werk aangeeft dat zij vaak of altijd gevaarlijk werk moeten doen.
Koks verrichten het vaakst gevaarlijk werk
Binnen elke beroepsklasse worden meerdere beroepsgroepen onderscheiden. Van de tien beroepsgroepen die het werk het vaakst gevaarlijk noemen, bestaat de helft uit transport en logistieke beroepen. Zo geeft ruim de helft van de buschauffeurs, trambestuurders en vrachtwagenchauffeurs aan dat zij gevaarlijk werk doen. En ook bedieners van mobiele machines, chauffeurs van auto’s, taxi’s en bestelwagens, en vuilnisophalers en dagbladenbezorgers vinden het werk meer dan gemiddeld gevaarlijk. Koks – die worden gerekend tot de dienstverlenende beroepen – zeggen van alle beroepsgroepen het vaakst dat zij gevaarlijk werk doen, gevolgd door politie en brandweer en procesoperators.
Buschauffeurs: niet alleen risico op botsingen, maar ook op geweld
Gevaarlijk werk kent diverse vormen, zoals werk waarbij men kan struikelen of uitglijden of waarbij men zich kan snijden of steken. Ook bestaan er werkzaamheden met kans op verbranding, verstikking of confrontatie met geweld. Werknemers in transport en logistieke beroepen lopen vooral risico op botsingen en aanrijdingen. Van de vrachtwagenchauffeurs geeft bijna de helft aan dat zij daardoor gevaarlijk werk doen, van de buschauffeurs en trambestuurders zelfs ruim de helft. De laatsten noemen ook relatief vaak geweld als één van de belangrijkste gevaren van hun werk.
De drie beroepsgroepen die het vaakst zeggen gevaarlijk werk te doen, noemen uiteenlopende gevaren. Bij koks gaat het vooral om snijden of verbranden. Geweld wordt veel genoemd door politie en brandweer. Procesoperators geven vaak aan dat hun werk gevaarlijk is vanwege de omgang met gevaarlijke stoffen.
Over de auteur: Mark Ramaekers is statistisch onderzoeker bij Centraal Bureau voor de Statistiek en gespecialiseerd in arbeidsmarkt en arbeidsomstandigheden.
Meer informatie over arbomaatregelen met betrekking tot het gevaarlijk werk? Ga naar Sdu HSE
Heeft u nog geen abonnement op Sdu HSE en bent u nieuwsgierig naar dit online platform? Vraag hier een gratis demo aan!
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.