Volgens de Monitor Duurzaam leven zijn ‘gewoonte en gewenning’ de belangrijkste struikelblokken voor duurzaam gedrag. In dit blog onderzoekt Gerd-Jan Frijters het geheim achter duurzaam gedrag (van de ander of van jezelf) en hoe je dat kunt beïnvloeden.
Monitor duurzaam leven
In de ‘Monitor Duurzaam Leven’ van Milieu Centraal (september 2023) zijn de resultaten naar onderzoek rond duurzaam gedrag in kaart gebracht. Ongeveer driekwart van de Nederlanders staat open om duurzamer te leven (houding of attitude), echter het bijbehorende gedrag blijft achter. Voorbeelden van duurzaam gedrag in het onderzoek zijn: lokaal op vakantie of met de trein gaan, geen auto of een elektrische auto rijden, zonnepanelen kopen, circulaire of gebruikte spullen, meubels en dergelijke kopen (of liever nog huren of lenen), weinig nieuwe kleding kopen of minder vlees eten.
De enige vorm van duurzaam gedrag die die de laatste jaren vaker voorkomt, is het terugdringen van energieverbruik. Echter het belangrijkste argument daarbij is de hoge energierekening.
Opvallend is dat HBO/WO opgeleide mensen meer open staan voor duurzaam gedrag, maar het bijbehorende gedrag juist minder laten zien, in vergelijking met mensen met een MBO of geen vervolgopleiding. Alleen het aanpassen van het voedingspatroon komt vaker voor bij HBO/WO opgeleide mensen.
Wat zijn nu de achterliggende mechanismen die ervoor zorgen dat de ene persoon zich zorgen maakt om het klimaat, geen vlees eet, niet vliegt, een insectenhotel in de tuin heeft, geen auto heeft en alleen tweedehands spullen koopt? Terwijl de ander zonder na te denken de wereld rondvliegt, boos wordt op klimaatactivisten, de wetenschap niet vertrouwt en stemt op een klimaatontkenner?
In dit blog onderzoek ik het geheim achter duurzaam gedrag (van de ander of van jezelf) en hoe je dat kunt beïnvloeden.
Ons brein
In ons hoofd werkt een oud gedeelte (paar honderd miljoen jaar oud) maar lastig samen met een nieuw gedeelte (pas een paar honderdduizend jaar oud). Het nieuwe gedeelte noemen we het mensenbrein en dit deel helpt ons om rationeel te denken en te handelen. Maar helaas bestuurt het oude brein, bestaande uit het reptielenbrein en het zoogdierenbrein, het merendeel van ons dagelijkse gedrag. Logisch, want dit oude brein heeft zich veel langer kunnen ontwikkelen.
Het oude brein geeft de voorkeur aan ingesleten (of automatische) gedragspatronen, die kosten immers veel minder energie. Het nieuwe mensenbrein is vaak niet sterk genoeg om dit ingesleten gedrag te veranderen. Bovendien heeft het mensenbrein moeite met het inschatten van langetermijngevolgen van gedrag. Deze weeffout in ons hoofd draagt bij aan niet duurzaam gedrag en weerstand tegen duurzaam gedrag.
Met het nieuwe mensenbrein bedenkt de mens tal van innovaties maar helaas zorgt het oude brein ervoor dat de samenleving zich ontwikkelt met de focus op korte termijn en eigenbelang.
Het geheim van gedragsbeïnvloeding
Toch lukt het mensen (af en toe) om hun eigen gedrag te veranderen. Of dat lukt hangt af van externe factoren zoals de fysieke omgeving, de sociale omgeving, je leefomstandigheden, de beschikbaarheid van duurzame alternatieven, maar ook van tijd en geld.
Naast deze externe factoren werken ook interne factoren mee, zoals je persoonlijkheid, je waarden, bewustzijn, ontwikkelingsniveau, motivatie (extrinsiek of intrinsiek), ervaringen, conditioneringen en je cognitieve vaardigheden. Ook de kracht van je overtuigingen, aannames en de diepte van je ingesleten gedragspatronen werken door in jouw gedrag.
Je kunt bewust je eigen gedrag aanpassen door via je mensenbrein je oude brein te ‘programmeren’. Je geeft jezelf dan instructies. Soms wordt je gedrag beïnvloed zonder dat je het in de gaten hebt (onbewuste nudging via de fysieke of sociale omgeving), bijvoorbeeld als:
- Je een duurzaam voedingsalternatief pakt dat op ooghoogte in de supermarkt ligt.
- Je groene stroom kiest omdat je energieleverancier dit als ‘standaard’ aanbiedt.
- Je onbewust de duurzame keuze van een vriend kopieert.
- Je een stuk fruit pakt omdat dat vooraan in de kast is neergezet.
Je gedrag kan dus beïnvloed worden via de onbewuste route (oude brein) of via de bewuste route (mensenbrein). Als je nieuw gedrag gemiddeld tenminste 30x herhaalt, dan wordt het een nieuw geheugenspoor (gedragspatroon) in je oude brein. Dan nog moet je alert blijven, want je brein kan zomaar in een oud geheugenspoor terugvallen.
Sabotage
Je brein saboteert graag nieuw gedrag. Het blijft het liefst in de routine hangen want ingesleten gedragspatronen kosten minder energie. Verandering van gedrag kost vaak tijd en je moet er moeite voor doen. Sterker nog, je mensenbrein saboteert nieuw gedrag door positieve informatie te zoeken die jouw keuzes en gedrag bevestigt. Je brein zoekt negatieve informatie over het niet-gekozen alternatief. Je brein is dus voortdurend op zoek naar informatie die jouw keuzes en gedrag ondersteunt. Je brein doet dat zodat je zelfbeeld positief blijft (= evolutionair voordeel).
De wetenschappelijke term voor dit fenomeen is cognitieve dissonantie (of self serving bias). Breinwetenschapper Victor Lamme het ‘de kwebbelbox’. De kwebbelbox bedenkt achteraf argumenten en excuses voor je gedrag. Op deze manier kun je onveilige, ongezonde of niet duurzame handelingen uitvoeren en jezelf toch goed blijven voelen. Je brein past simpelweg je attitude aan. De spontane verklaringen die je te horen krijgt als je iemand op niet duurzaam gedrag aanspreekt, zijn een product van de kwebbelbox.
Risico Onderschatting
Een ander trucje dat je mensenbrein toepast om nieuw gedrag te saboteren is door risico’s te bagatelliseren. Je brein onderschat de risico’s als gevolg van niet duurzaam gedrag. Ook dit is ontstaan in de oertijd. Als je immers nooit een risico nam dan had je misschien niks te eten.
Dit proces begint in het oude brein. De amygdala waarschuwt je bij gevaar en de cortex singularis anterior (pijncentrum) laat je de pijn (figuurlijk) voelen. Deze oude breindelen zorgen voor een onveilig gevoel, pijn of een onderbuikgevoel dat er iets niet klopt. Maar… vlak bij de amygdala zit de nucleus accumbens (beloningscentrum). Als je weer een vliegreis naar de zon hebt geboekt dan zorgt de nucleus accumbens voor vrijkomen van dopamines die jou een fijn gevoel geven.
Ben je eindelijk van plan om je gedrag te veranderen dan kan de prefrontale cortex (nieuwe brein) roet in het eten gooien. Deze bepaalt of een handeling onderdrukt wordt of juist niet. De kwebbelbox helpt mee om je niet duurzame keuze te rechtvaardigen en de hippocampus versterkt dit door de bijpassende ervaringen uit het langetermijngeheugen te zoeken. Op deze manier verandert je gedrag dus niet.
Het merendeel van de mensheid is ‘gezegend’ met een ongebreideld (onrealistisch) optimisme als het gaat om wat ons kan overkomen. De kans op een ramp schatten we van nature zeer laag in. De kans op een positieve gebeurtenis schatten we voor onszelf juist te hoog in (self serving bias). Mensen zijn niet bang om slachtoffer te worden van een ramp en denken dat het wel meevalt. Dat geldt ook als de omstandigheden veranderen.
Gedrag beïnvloeden
Volgens de Monitor Duurzaam leven zijn ‘gewoonte en gewenning’ de belangrijkste struikelblokken voor duurzaam gedrag, de ingesleten gedragspatronen dus. Andere belangrijke factoren volgens het onderzoek zijn de sociale norm (het is normaal om de auto even te pakken?) en het gevoel er recht op te hebben (ik heb toch hard gewerkt voor die vliegreis?).
De gedragspsychologie is een schatkist aan kennis en methoden om gedrag te beïnvloeden. Ik beschrijf hieronder een viertal strategieën (een mix mag natuurlijk ook). Je kunt deze toepassen op jezelf of op iemand anders.
- 1.Voorafgaand aan het gedrag:
- 1a. De bewuste weg:
- Je overtuigingen of waarden veranderen door uit te zoeken hoe duurzaam gedrag positief bijdraagt aan een duurzamere wereld (of uitleggen aan de ander).
- Je overtuigingen of waarden veranderen door uit te zoeken wat de negatieve effecten zijn van niet duurzaam gedrag (idem).
- Jezelf programmeren (het gewenste gedrag in gedachten oefenen of visualiseren) (of dat de ander laten doen).
- Bewust je aannames over duurzaam gedrag onderzoeken (of de ander daarmee helpen).
- 1b. De onbewuste weg:
- Duurzame alternatieven als eerste opzoeken (of de ander standaard aanbieden).
- Jezelf in een sociale groep bewegen die duurzaam gedrag promoot (of het goede voorbeeld geven aan de ander).
- Primen van jezelf, bijvoorbeeld door een documentaire over duurzaamheid te kijken (of de ander dit laten doen).
- Jezelf sociaal nudgen, bijvoorbeeld door commitment uit te spreken in een groep (of de ander dat laten doen).
- Je motivatie verhogen, bijvoorbeeld door meer autonomie te nemen, jezelf te ontwikkelen en het hogere doel (purpose) helder maken (of dat voor de ander mogelijk maken)
- 1a. De bewuste weg:
- 2. Na het gedrag:
- 2a. De bewuste weg:
- Jezelf feedback geven op je gedrag, bijvoorbeeld door te bedenken waarom iets wel of niet duurzaam is (of de ander feedback geven).
- Jezelf corrigeren of berispen (of de ander).
- Positief nadenken over nieuw duurzaam gedrag en nieuwe voornemens formuleren of opschrijven (of de ander dat laten doen).
- 2b. De onbewuste weg:
- Jezelf belonen voor duurzaam gedrag (materieel of immaterieel) (of de ander belonen).
- Jezelf procescomplimenten geven, bijvoorbeeld jezelf positief toespreken als je je best gedaan hebt (of aan de ander geven).
- Jezelf in gedachten aandacht of waardering geven (of aan de ander geven).
- Dertig x herhalen van een nieuwe duurzame handeling (of je laat de ander dat doen).
- 2a. De bewuste weg:
Doe er je voordeel mee!!!!
Over de auteur
Gerd-Jan Frijters is sustainability (duurzaamheids)expert en lid van het managementteam van Green Events. Daarnaast is hij eigenaar van FB Investeringen, dat investeert in lokale ondernemers, crowdfunding, projecten in ontwikkelingslanden en projecten om duurzaamheid en circulaire economie te bevorderen. Gerd-Jan is auteur van het Arbo-informatieblad AI-84 Duurzaam ondernemen (MVO, CSRD, ESG). Deze online uitgave is gepubliceerd op de kennisbank Sdu HSE.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.