Seksuele intimidatie is soms lastig te herkennen. Het kan opzettelijk plaatsvinden, maar ook onbedoeld. Een belangrijke stelregel is dat niet de intentie van de dader van belang is, maar om hoe de ontvanger het ervaart: wat voor de één onschuldig is, kan de ander ervaren als vervelend, ongewenst, of intimiderend. De perceptie, de waarneming van het slachtoffer staat centraal: waar de grens ligt tussen gewenst en ongewenst gedrag bepaalt ieder voor zich. “Het is maar een grapje, moet toch kunnen” is dus geen excuus.
Ongewenste intimiteiten ontwikkelen zich vaak langzaam.
Hierdoor is een grens soms moeilijk te trekken; het slachtoffer zelf bepaalt namelijk waar die ligt. Een enkele ongepaste opmerking of foute grap is wellicht nog niet zo bezwaarlijk. Een collega die zich te opdringerig gedraagt, bedoelt daar in eerste instantie wellicht niet zoveel mee. Een arm om iemand heen slaan kan bedoeld zijn als troost. De schouders masseren gaat al een stap verder, zeker als de masseur (te) dicht bij staat. Een signaal kan ook zijn dat een collega of leidinggevende steeds situaties opzoekt waarbij het slachtoffer alleen is. Zeker als het gedrag een patroon wordt, kan de grens snel worden overschreden.
Er zijn drie vormen van seksuele intimidatie, vaak zie je een combinatie. In veel gevallen wordt oneigenlijke druk uitgeoefend op basis van positie, persoonskenmerken of macht.
1. Woorden (verbale intimidatie): seksueel getinte opmerkingen, grappen, intieme vragen stellen, toespelingen of vragen van seksuele gunsten
2. Gebaren, gezichtsuitdrukking (non-verbaal): staren, seksueel gerichte gebaren, of het tonen van seksueel getinte of pornografische afbeeldingen (ook via e-mail, WhatsApp, social media, enz.)
3. Direct lichamelijk contact (fysiek): alle vormen van ongewenst lichamelijk contact, van een arm om de schouder, beetpakken, knijpen, zoenen, de weg versperren, een klap op het achterwerk, aanranden tot zelfs verkrachten. In iemands ‘comfortzone’ komen kan ook een vorm van fysieke seksuele intimidatie zijn.
Denk niet: ‘bij mij gebeurt nooit iets.’ Grensoverschrijdend gedrag, seksuele intimidatie, komt helaas voor in alle soorten bedrijven en organisaties, blijkt uit onderzoek van TNO. Het is ook niet voorbehouden aan de relatie leidinggevende-medewerker, alle ‘rangen en standen’ van een bedrijf kunnen er mee te maken krijgen. En dat geldt ook voor personen van buiten de eigen organisatie, zoals bezoekers, klanten en zakenrelaties. Vrouwen, met name jonge vrouwen, zijn vaker slachtoffer.
Oproep- en invalkrachten zijn vaak een makkelijker doelwit dan collega’s in vaste dienst. Sterk hiërarchische organisaties of bedrijven met een machocultuur zijn vatbaarder. Maar ook bedrijven met juist een lossere omgangscultuur: het onderscheid tussen gewenst en ongewenst is daar minder makkelijk te duiden.
Bron: VNO NCW
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.