In deze blog bekijken we een heel praktisch aspect van duurzaamheid, namelijk de milieubelasting die jezelf veroorzaakt. Dit is een onderdeel van de ‘scope 3 impact’ van jouw organisatie. Scope 1 is de impact op natuur en klimaat door de gebouwen van jouw organisatie, de productiefaciliteiten, bedrijfsauto’s et cetera. Scope 2 is de impact door de energie die je inkoopt bij je energieleverancier. Scope 3 is de impact op natuur en klimaat door jou en je collega’s in privé, maar ook de impact door leveranciers en door klanten. Het inventariseren van de scope 3 impact is in de praktijk het lastigst, maar wel noodzakelijk. Jouw eigen impact op natuur en klimaat is hiervan een onderdeel, dus belangrijk.
Bron
Om de scope 3 impact goed in kaart te brengen maken we gebruik van het rapport ‘Top 10 milieubelasting gemiddelde Nederlandse consument’ van CE Delft (versie 2020). Dit rapport is in 2016 voor het eerst gepubliceerd. De update van 2020 is de meeste recente versie met een belangrijke bijdrage van Babette Porcelijn. De impact is onderverdeeld in direct klimaateffect (verbruik van bijvoorbeeld benzine en gas), indirect klimaat effect (emissies door productie van grondstoffen of gebruiksartikelen, het transport en afval daarvan, et cetera). Daarnaast zijn de categorieën landgebruik (bijvoorbeeld door ontbossing voor voedselproductie) en overig (andere milieuvervuiling bijvoorbeeld door fijnstof door autorijden) uitgewerkt.
De vijf belangrijkste vormen van impact door consumenten zijn respectievelijk:
- Spullen
- Auto’s
- Wonen
- Vlees
- Vliegen
In de tweede helft van de TOP 10 komt je bijvoorbeeld impact door eten en drinken tegen, maar ook impact door kleding en textiel, zuivel en eieren en de badkamer.
Maak voor jezelf een overzichtje van jouw impact. Babette Porcelijn heeft bijvoorbeeld een TBAN tool ontwikkeld waarmee je als consument zelf je impact kunt bepalen. TBAN staat voor Think Big Act Now (doe de gratis test op www.mijnverborgenimpact.nl). Op internet kun je een aantal gratis CO2 calculatoren vinden. Deze zijn niet altijd even betrouwbaar, maar geven een eerste indruk.
Spullen
De grootste impact op natuur en klimaat komt door spullen, met stip op 1. De impact door spullen die in Nederland worden gemaakt, maar worden geëxporteerd, is niet meegenomen in de berekening. Om spullen te maken is land nodig, maar ook water en grondstoffen. Bij de productie van spullen is sprake van land-, water-, en luchtvervuiling. Een voorbeeld, voor de productie van katoen voor 1 spijkerbroek is 10.000 liter water nodig, 10 m2 landbouwgrond en er is 32 kg CO2 uitstoot. Vervuiling ontstaat door gebruik van kunstmest en pesticiden. De milieubelasting door transport, bijvoorbeeld in containerschepen, is enorm. Koop daarom minder kleding en kies voor duurzame kleding en schoenen. Gebruik bijvoorbeeld online platforms als projectcece.nl of growthinkers.nl.
Interessant is dat ‘ICT’ spullen een aandeel hebben van 25% in de milieubelasting, inclusief energiegebruik terwijl deze groep maar 9% van de aanschafkosten uitmaakt. De levensduur van spullen wordt gemiddeld met 50% verlengd als deze tweedehands worden doorverkocht (in vergelijking met spullen weggooien en vernietigen). Gelukkig is één van de doelstellingen van de Europese green deal om een circulaire economie te ontwikkelen. De maaksector zal moeten zorgen dat producten minder snel kapot gaan en gebruikers krijgen een ‘recht op reparatie’. Dit wordt in wetgeving vastgelegd.
De auto
Autorijden heeft een grote impact op natuur en klimaat. Dat begint al bij de productie van een nieuwe auto. De impact door productie van een elektrische auto is hoger dan die van een benzine- of dieselauto. Het omslagpunt ligt gemiddeld op zo’n 40.000 km (anwb.nl). Bij de productie van een brandstofauto komt ongeveer 10.000 kg CO2 vrij en voor een elektrische auto ongeveer 14.000 kg, ongeveer de jaaruitstoot van een klein gezin. Een gebruikte auto leidt tot minder impact omdat de impact verdeeld wordt over een langere periode. Dat voordeel wordt teniet gedaan als je veel rijdt met je gebruikte auto of als je auto een hoog brandstofverbruik heeft.
In het gebruik is een elektrische auto minder milieubelastend, echter dat hangt wel af van hoe je stroom wordt opgewekt. De impact is lager als je zelf stroom opwekt met bijvoorbeeld zonnepanelen. Een elektrische auto heeft (als je rustig rijdt) minder bewegende delen en daardoor ook minder slijtage. Een voorbeeld is een lagere fijnstof uitstoot door minder slijtage van je remblokken. Een elektrische auto remt immers sterker op de motor (energie regeneratie). De slijtage van banden (fijnstof) is weer sterker als je graag gebruik maakt van het vaak hoge koppel van een elektrische auto.
Over de hele levensduur heeft een elektrische auto zo’n 40% minder impact op natuur en klimaat (milieucentraal.nl).
Het spreekt voor zich dat vervoer met het openbaar vervoer veel minder impact tot gevolg heeft. Nog beter is fietsen. Sinds 2017 rijden alle treinen in Nederland CO2 neutraal (want volledig op windstroom). Reizen met het openbaar vervoer is comfortabel, duurzaam en je spaart een boel tijd. Immers, in de trein kun je rustig werken op je laptop. Als je reist met een voordeelabonnement (bijvoorbeeld een NS business card), dan krijg je 40% korting in daluren. Reizen in daluren is milieuvriendelijker dan reizen in de spits.
Vlees
De TOP 5 is samengesteld op basis van een gemiddelde impact. Van persoon tot persoon kan dit sterk verschillen. In de laatste update van de TOP 10 is vlees eten iets gezakt omdat de Nederlander iets minder vlees eet en iets vaker kiest voor kip dan voor bijvoorbeeld rund- of varkensvlees. Deze laatsten hebben immers een veel hogere milieubelasting. De uitstoot van broeikasgassen door veeteelt (vooral methaan) is zo’n 20% van de totale uitstoot aan broeikasgassen (world resources institute). Hier komt bij dat de impact van methaan 86 keer groter is dan die van CO2.
Ongeveer 30% van de gehele waterconsumptie in de wereld gaat naar veeteelt. Voor de productie van één hamburger is net zoveel water nodig als voor twee maanden douchen. Ongeveer 50% van alle landbouwproducten gaat naar voedsel voor de veestapel. In de Verenigde Staten is dat percentage hoger dan 70%. Dat is volgens mij niet heel efficiënt. Je kunt volgens mij beter direct voedsel voor mensen maken dan indirect via vee. Veeteelt is daarnaast de belangrijkste oorzaak van ontbossing, bijvoorbeeld in het Amazone gebied.
De hoeveelheid poep die de veestapel wereldwijd produceert is ongeveer 130 keer zo groot als de hoeveelheid die de mens produceert. Het grootste deel van de stikstof, ammoniak en fosfaat in de uitwerpselen belandt in zee. Een laatste nadeel van teveel vee is het ontstaan van ziektes doordat dieren te dicht op elkaar gepakt zijn. Door minder of geen vlees meer te eten verminder je jouw impact op natuur en klimaat enorm (minder uitstoot van broeikassen, minder gebruik van landbouwgrond, minder ontbossing, minder vervuiling en minder watergebruik).
Vliegen
De impact van vliegreizen in het rapport is gebaseerd op gemiddeld 5.500 km per jaar. Als je een langere vlucht maakt, bijvoorbeeld naar Zuid-Amerika of Azië dan stijgt vliegen van plaats 5 naar plaats 1. Dit laatste is overigens de reden dat ik zelf niet meer vlieg. In 2018 ben ik met mijn gezin (van 4 personen) naar Sri Lanka geweest. Toen ik de CO2 uitstoot van deze reis (alleen de vliegreis, het verblijf niet meegerekend) uitrekende, kwam ik uit op 13.000 kg. Dat betekende in dat jaar een verdubbeling van de totale CO-uitstoot2 van mijn gezin.
Tot slot Gebruik deze informatie, maak je eigen impact berekening en maak je eigen keuzes. Deze blog is zeker niet volledig. Er is nog veel meer informatie beschikbaar. Een voorbeeld, als je wilt beleggen in crypto munten, kies dan voor een duurzame variant en niet voor bijvoorbeeld Bitcoin. Als je iets nieuws wilt kopen, vraag je dan af; ‘heb ik dit product echt nodig?’, en zo ja, ‘is er een duurzaam alternatief of een tweedehands of duurzamere variant?’, ‘is er een variant die lokaal is geproduceerd?’ Dit soort informatie kun je ook gebruiken om collega’s, zakenrelaties, toeleveranciers en klanten bewuster te maken om bij te dragen aan een meer duurzame wereld. Hierdoor versterk je ook de duurzaamheidscultuur in jouw organisatie
Gerd-Jan Frijters, oprichter van D&F Group b.v.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.