‘Het moet een vrije keuze blijven voor mensen om zich te laten vaccineren, dat is een grondrecht (artikel 8 EVRM)’, schrijven ministers Koolmees (SZW) en De Jonge (VWS) woensdag in antwoord op Kamervragen van het CDA over het bericht “Zorgmedewerkers ervaren vaccinatiedruk”.
Volgens werkgeversorganisaties verloopt het vaccinatieproces voor zorgpersoneel zorgvuldig en is er veel aandacht voor voorlichting en informatieverstrekking en benadrukken zij het vrijwillige karakter van de vaccinatie. Maar vakbonden hebben de afgelopen vier weken twintig meldingen gekregen van zorgmedewerkers die de oproep om zich te laten vaccineren en de uitleg daarover wel als dwingend ervaren. ‘Dit zijn zorgelijke signalen omdat er geen sprake mag zijn van dwang of drang richting werknemers om zich te laten vaccineren. Vaccinatie is en blijft vrijwillig’, schrijven Koolmees en De Jonge.
Inspectie meldingen
Bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW) zijn geen meldingen binnengekomen over vaccinatiedwang of –drang. De ISZW heeft op grond van de Arbeidsomstandighedenwet ook geen grondslag om hierop te handhaven. Er worden namelijk geen bepalingen uit de Arbeidsomstandighedenwet overtreden als er sprake is van (ervaren) vaccinatiedwang of -drang. Bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is een enkel signaal binnengekomen waarin sprake was van een indirecte vorm van vaccinatiedrang. De IGJ heeft vanuit haar taakstelling geen aanleiding gezien om dit signaal verder in behandeling te nemen en is hier ook geen logisch aanspreekpunt voor, aldus de ministers.
Bezwaren bespreken
Werknemers die vaccinatiedwang- of drang vanuit de werkgever ervaren kunnen dit het beste eerst met de werkgever bespreken. Zo nodig kan de werknemer binnen de eigen organisatie terecht bij de ondernemingsraad of de vertrouwenspersoon voor advies. Ook de arbodienst of de bedrijfsarts kan worden geraadpleegd, adviseren de ministers.
Ze schrijven dat het voor een werkgever belangrijk is te weten welke bezwaren een werknemer eventueel heeft tegen vaccinatie. Als het om medische gegevens gaat, kan de werknemer deze met de bedrijfsarts bespreken en gezamenlijk bekijken of mogelijk besmettingsgevaar op de werkvloer anders dan door vaccinatie kan worden weggenomen ‘bijvoorbeeld door het (blijven) dragen van beschermingsmiddelen, het (tijdelijk) vervullen van andere werkzaamheden of anderszins’.
Op basis van het goed werkgeverschap en goed werknemerschap (artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek) mag van de werkgever en de werknemer worden verwacht dat zij in onderling overleg streven naar een passende oplossing. Zowel de werkgever als de werknemer heeft ‘in het uiterste geval’ de mogelijkheid om naar de rechter te stappen als binnen de arbeidsrelatie geen overeenstemming bereikt kan worden over de door de werknemer (ervaren) vaccinatiedwang of -drang en de wens van de werkgever om besmettingsgevaar op de werkvloer zoveel mogelijk tegen te gaan, aldus Koolmees en De Jonge.
Lees meer: Rijksoverheid
SDU HSE
Deze informatie is verstrekt door het online platform Sdu HSE. Hier vind je wet- en regelgeving, jurisprudentie en praktische tools. Honderden veiligheidsprofessionals maken al gebruik van Sdu HSE. Wil jij ook ervaren wat Sdu HSE voor jouw organisaties kan betekenen? Vraag dan een gratis demo aan.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.