De Richtlijn COVID-19 hanteert hiervoor dezelfde indicatie als voor de jaarlijkse influenzavaccinatie. Een belangrijke uitzondering is dat de leeftijdsgrens is aangepast is naar >70 jaar. Dit betekent dat de adviezen alle personen ≥70 jaar en/of personen ≥18 jaar met een onderliggende aandoening.
Nadere informatie is te vinden in de bijlage Preventiebeleid COVID-19 bij hoogrisicogroepen. Bij werknemers boven de 18 jaar moet je volgens de richtlijn bij de volgende aandoeningen rekening houden met een (mogelijk) vergrote kans op een ernstig ziektebeloop:
- Afwijkingen en functiestoornissen van de luchtwegen en longen.
- Chronische hartaandoeningen.
- Slecht gereguleerde diabetes mellitus.
- Ernstige nieraandoeningen die leiden tot dialyse of niertransplantatie.
Verminderde weerstand tegen infecties door medicatie voor auto-immuunziekten, na orgaantransplantatie, bij hematologische aandoeningen, bij aangeboren of op latere leeftijd ontstane afweerstoornissen waarvoor behandeling nodig is, of bij chemotherapie en/of bestraling bij kankerpatiënten. Een hiv-infectie in overleg met de hiv-behandelaar.
Meer informatie over de gevolgen van deze aandoeningen is te vinden op de websites van de diverse patiëntenverenigingen. Hier staat vaak ook waarom het risico precies verhoogd is en wat bij welk ziektebeeld of -stadium verstandig is. Zie bijvoorbeeld deze berichten van de Diabetesvereniging Nederland en de Hartstichting.
Zwangere werkneemsters hebben volgens de arbowetgeving (artikel 1.42 Arbobesluit) recht op extra bescherming zolang er onzekerheid bestaat (voorzorgsprincipe). De werkgever hoort zwangere werkneemsters vrij te stellen van werkzaamheden waarbij de werkneemster direct in contact komt met COVID-19 patiënten en/of met besmette materialen. Er is op dit moment te veel onzekerheid om te besluiten dat zwangere werkneemsters buiten de groep kwetsbare personen vallen. Wel is de literatuur vooralsnog geruststellend. Op basis van de nu beschikbare data zijn er geen aanwijzingen dat het krijgen van COVID-19 een verhoogd risico geeft op een ernstig ziektebeloop bij zwangeren. Ook voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen zijn geen aanwijzingen.
Met het geven van een antwoord op de twaalf meest gestelde vragen willen de samenwerkende deskundigen en beroeps- en brancheverenigingen voor bedrijfsgezondheidszorg bijdragen aan optimale kennisdeling. Deze vragen en antwoorden zijn:
Hoe verhouden de adviezen van het RIVM zich tot de arbowetgeving?
Waar vind ik algemene werkingsprincipes van dit virus op basis waarvan ik kan redeneren?
Is er een stappenplan bedrijfsgezondheidszorg bij virusuitbraken?
Moet ik als arboprofessional zitting nemen in een bedrijfscrisisteam?
Hoe kunnen schoonmakers veilig werken, bijvoorbeeld bij het legen van prullenbakken met mogelijk besmet materiaal?
Wie moet ik bij dit virus in elk geval tot de kwetsbare werknemers rekenen? Horen zwangeren hier ook bij?
Hoe moet ik bescherming van kwetsbare werknemers afwegen tegen de bedrijfscontinuïteit?
Wat als een werknemer een kwetsbare persoon in zijn directe omgeving heeft?
Wat te doen met werkplekken van (mogelijk) besmette werknemers?
Mag een werkgever vragen naar mogelijke Coronabesmetting en die registreren?
Hoe moet ik (bedrijfsarts, red.) omgaan met spreekuren en vergaderingen?
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de zorg, binnen en buiten het ziekenhuis.
Disclaimer auteurs: De uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld op basis van multidisciplinaire afstemming en inzichten. Desondanks kunnen noch de opstellers, noch de afzender enige aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele inhoudelijke misvattingen. Ook is de inhoud niet noodzakelijkerwijs representatief voor de standpunten van het NCvB en het RIVM.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.