ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN – Staatssecretaris van Ark (SZW) heeft de Sociaal Economische Raad (SER) om advies gevraagd over de bijdrage van biomonitoring en sensoring aan gezond en veilig werken. Dat meldt de SER dinsdag.
Het meten van de concentratie van een gevaarlijke stof in de urine van werknemers of het gebruiken van een app die bij een werknemer in een fabriekshal het risico op gehoorschade meet, zijn technologieën die bekend staan als biomonitoring en sensoring. Bij werknemers die met lood werken, wordt nu al periodiek het loodgehalte in het bloed gemeten.
Biologische grenswaarden
In verband met de toepassing van dergelijke technologieën zijn er veel vragen. Bijvoorbeeld over het omgaan met persoonsgegevens en de beslisruimte van werknemers om mee te doen. Daarom wil de staatssecretaris weten hoe de SER aankijkt tegen biomonitoring en het gebruik van biologische grens- of advieswaarden in relatie tot gevaarlijke stoffen. Verder heeft ze de SER gevraagd om een verkenning van de mogelijkheden en beperkingen van biomonitoring en sensoring in relatie tot gezond en veilig werken. De staatssecretaris wil het advies en de verkenning in het eerste kwartaal van 2020 ontvangen.
RIVM rapport
Ter voorbereiding op deze aanvraag aan de SER heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een rapport geschreven over biomonitoring en sensoring. Dit rapport is in augustus vorig jaar gepubliceerd. Het RIVM heeft in het rapport de praktische en ethische voor- en nadelen ten opzichte van de huidige technieken op een rij zijn gezet.
De SER kan met dit rapport afwegingen, over de vraag of deze technieken in Nederland meer kunnen worden ingezet, onderbouwen. Het rapport beschrijft hoe effectief de technieken zijn, in hoeverre ze ingrijpend kunnen zijn en in welk opzicht. Ook is aangegeven wat de rechten, plichten en verantwoordelijkheden zijn van de werknemer, werkgever, bedrijfsarts en de arbeidshygiënist (blootstellingsdeskundige). Deze partijen hebben de verantwoordelijkheid om samen te bepalen of de blootstellingsmetingen en maatregelen om blootstelling te beperken ‘in redelijke verhouding’ staan tot het doel, aldus het RIVM.
Samenvatting rapport
Met het oog op hun veiligheid worden werknemers zo min mogelijk aan chemische stoffen blootgesteld. Er zijn meerdere methoden om blootstelling te meten. Twee veelbelovende technieken die de huidige meetmethoden kunnen aanvullen, zijn biomonitoring voor de blootstelling in het lichaam en sensoring voor de blootstelling buiten het lichaam. De informatie die deze technieken opleveren kan worden gebruikt om de gezondheid van werknemers beter te beschermen.
Zorgvuldigheid
Zorgvuldigheid in het gebruik van de technieken is geboden. Dat betreft bijvoorbeeld het voldoen aan de privacywetgeving in het omgaan met persoonsgegevens, de beslisruimte die werknemers wordt geboden om meetmethoden toe te staan (zelfbeschikking) of het opleggen van verantwoordelijkheden aan werknemers om hun gedrag aan te passen aan meetuitslagen. Voorwaarde is dat de balans tussen voor- en nadelen van deze metingen voor werknemers positief uitpakt. Dit vraagt om een brede karakterisering van de gevolgen van het gebruik van de technieken vanuit verschillende perspectieven. Om die balans positief uit te laten pakken, is het nodig dat de beschikbare informatie over blootstellingen daadwerkelijk wordt gebruikt.
Biomonitoring
Bij biomonitoring worden stoffen gemeten in lichaamsmateriaal zoals bloed of urine. Het wordt in Nederland al op kleine schaal gebruikt, waar dit elders in Europa en in de Verenigde Staten al op grotere schaal gebeurd. Biomonitoring is een goede aanvulling als stoffen moeilijk te meten zijn in de lucht of als mensen vooral via de huid aan stoffen blootstaan. Een nadeel is dat gemeten wordt in lichaamsvloeistoffen. Ook is het aantal stoffen waarvoor meetprotocollen en biologische grenswaarden beschikbaar zijn nog beperkt.
Sensoring
Bij sensoring wordt de blootstelling aan stoffen buiten het lichaam gemeten met kleine elektronische apparaatjes. Voordelen zijn dat ze direct uitslag geven van de metingen en gemakkelijk te dragen zijn. Een nadeel is dat het lastig is om metingen aan specifieke activiteiten van de werknemer te koppelen. Ook zijn ze nog niet geschikt om de blootstelling te toetsen aan grenswaarden.
Meer informatie over gebruik van technologie als het gaat om gezond en veilig werken?
Ga naar Sdu HSE of vraag een gratis demo aan.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.