BELEID – De Aow-leeftijd blijft stijgen. Dat schrijft minister Koolmees (SZW) in een brief aan de Tweede Kamer. In de brief reageert Koolmees op vragen van de PvdA over een minder snelle stijging van de Aow-leeftijd.
Inhaalslag
De vragen van de PvdA hebben betrekking op een artikel in het Financieel Dagblad in juni, waarin actuarissen stellen dat de Aow-leeftijd vijf jaar later kan stijgen naar 67 jaar omdat de levensverwachting van 65-jarigen minder snel toeneemt dan de stijging van de AOW-leeftijd. Koolmees stelt dat de verhoging naar 67 nodig is om een inhaalslag te maken. ‘De Aow-leeftijd is sinds de invoering in 1956 altijd constant geweest, terwijl de levensverwachting fors is gestegen’, aldus Koolmees. Na 2021 wordt de pensioenleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Voor de koppeling aan de levensverwachting maakt de minister gebruik van de onafhankelijke ramingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Gezondheid
Koolmees geeft aan dat de gemiddelde uittreedleeftijd ligt nu op 64 jaar en 10 maanden. ‘Er zijn dus steeds meer ouderen actief op de arbeidsmarkt.’ Uit cijfers van het UWV blijkt dat ouderen een iets grotere kans op ziekte en arbeidsongeschiktheid hebben dan 60-minners. Doordat meer 60-plussers langer doorwerken zorgt dit er ook voor dat het aantal langdurig zieken onder ouderen harder stijgt dan bij andere leeftijdsgroepen. ‘Maar’, stelt Koolmees, ‘zoals ook het UWV opmerkt, het overgrote deel van de werknemers kan in goede gezondheid tot de Aow-leeftijd doorwerken’.
Bron: Sdu HSE
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.